Door Sehrish Hussain voor vbnow.nl
Jose Vriens(1963) is een Nederlandse auteur. Ze debuteerde in 2001 met een kinderboek: Gimmers en bullebakken. Na de kinderboeken kwamen de romans, o.a. Nooit meer alleen, Tegenwind. Heeft inmiddels ruim 36 boeken op haar naam staan. Zowel kinderboeken als familie- en liefdesromans. Ze heeft een groot lezerspubliek. Onlangs verscheen haar boek Schuld.
Wilde u altijd al schrijver worden?
Dat heeft er wel altijd in gezeten. Vanaf dat ik kon lezen, vertelde ik mezelf graag verhaaltjes, verzonnen verhalen, of verder borduren op een boek dat ik gelezen had. Nog wat later schreef ik ze op, hoewel niemand ze mocht lezen. Verder dan opstellen voor school en een enkel stukje in de schoolkrant, kwam het publiceren van die verhalen destijds niet.
Hoe bent u ontdekt als schrijver?
Pas na 8 jaar (2008) ben ik echt ontdekt. In het begin ontving ik vooral veel afwijzingen tot Gopher wel iets zag in een kinderboek dat ik naar hen had gestuurd, al moest ik wel betalen om tot uitgave te komen. Voor het derde kinderboek besloot ik zelf een uitgeverij te beginnen: Boekenbent. Als ik dan toch moest betalen, kon ik het net zo goed zelf doen. Die uitgeverij heb ik 6 jaar lang met veel plezier en succes gerund tot ik besloot me alleen nog op het schrijven te richten. Het eerstvolgende manuscript dat ik naar Kok stuurde, werd iets te brutaal bevonden, of ik nog meer had liggen, kwam de vraag terug. Dat had ik inderdaad, en de eerste uitgave bij een reguliere uitgever werd NOOIT MEER ALLEEN. Dat was mijn ontdekking als romanschrijver.
Hoe ziet uw werkdag eruit?
Eigenlijk net als voor iedereen die een baan heeft. Opstaan om zeven uur, ontbijten, daarna wat huishoudelijke karweitjes doen. Ik begin meestal tussen halfnegen en negen uur met schrijven en alles wat daarmee te maken heeft. Dan werk ik door tot een uur of halfeen. Na de lunch doe ik de noodzakelijke boodschappen. Meestal ga ik rond een uur of vier weer verder met schrijven tot het tijd wordt om het eten te maken. Na de afwas schrijf ik door tot acht uur, daarna gaat de laptop dicht, om op de momenten dat ik ’s nachts wakker lig verder te denken aan het verhaal waar ik op dat moment mee bezig ben.
Zijn er punten die u minder leuk vindt in dit werk?
Minder leuke punten… Eigenlijk niet. Omdat ik 1 keer per maand een korte tijdschriftroman wil afleveren, moet ik tussen het schrijven van de grote romans steeds een week aan iets anders werken. Dan vind ik het weleens jammer dat ik uit het verhaal moet stappen, al is die pauze ook wel handig om even afstand te kunnen nemen en weer met een verse blik te kijken naar hetgeen ik al geschreven heb.
Heeft u vaste schrijfrituelen?
Absoluut. Ik lees eerst een stuk terug voordat ik verderga met het verhaal. Ik moet eerst de mail en Facebook af hebben gewerkt voordat ik begin. En als ik echt diep in het verhaal wil duiken, zet ik een koptelefoon op met muziek van Andrea Bocelli, Enya en soortgelijke muziek. Voordat ik echt begin met schrijven, pak ik een kop thee en een koek, voor tijdens het inlezen.
Welke opleiding(en) heeft u gevolgd?
Mavo 4. Verder heb ik een typediploma die zeer goed van pas komt omdat ik blind leerde typen. Later, toen ik al boeken schreef, heb ik nog een schriftelijke cursus Korte verhalen en romans schrijven gevolgd om meer te leren over de instinkers in verhalen, wat je vooral niet moet doen.
Hoe heeft u uw studententijd ervaren?
Ik heb niet gestudeerd, maar ben gelijk gaan werken na het behalen van mijn mavo diploma.
Wat wilde u vroeger worden?
Dierenartsassistente of stewardess. Schrijver worden zag ik op dat moment niet echt als een beroep, dat was meer iets om ernaast te doen. Uiteindelijk ben ik administratief medewerkster geworden en begon ik pas weer met schrijven nadat onze jongste dochter naar school ging.
Wie zijn uw favoriete schrijvers?
Begonnen met de serie van Arendsoog van Jan Nowee, Pinkeltje-boeken van Dick Laan, Konsalik, Virginia Andrews, Stephen King. Daarna ben ik zo’n beetje van alles en nog wat gaan lezen. Echte favorieten heb ik niet meer, wel probeer ik zo veel mogelijk Nederlandse auteurs te lezen. We hebben heel wat talent in ons eigen landje.
Waar haalt u inspiratie vandaan voor uw boeken?
Overal en nergens. Het kan een stukje van een droom zijn die is blijven hangen, iets wat ik heb gezien op tv. Gelezen in de krant of gehoord op straat. Ik schrijf vooral over onderwerpen die mij aanspreken en die mijn verontwaardiging of interesse hebben gewekt.
Wat kunnen lezers van uw boeken leren?
Geen idee, ik schrijf niet bewust met een belerend vingertje, maar vooral om er plezier aan te beleven. Misschien: doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg? Leven en laten leven?
Richt u zich specifiek op een doelgroep tijdens het schrijven?
Nee hoor, helemaal niet. Mijn doelgroep ligt tussen de 16 en 99 jaar, man of vrouw.
Waar kwam de inspiratie voor Meesterwerk vandaan en hoe reageerden de lezers op dit boek?
Bij ons in de buurt ligt nog een oud landgoed dan al eerder model mocht staan in een vorige roman, KASTEEL TE KOOP. Ook Kunst en Kitsch vind ik altijd leuk om te kijken, de ontdekkingen van oude meesterwerken en prullaria die opeens heel veel waard blijkt te zijn. Die twee heb ik gecombineerd en daar een moderne twist aan gegeven door een jonge studente op te laten komen voor haar erfgoed.
Schuld is onlangs verschenen. Staan er nog meer boeken op de planning? Zo ja welke?
Zeker, er komen nu nog 5 boeken uit. CHINAGIRL komt in april uit. Verder verschijnt deze zomer NOOIT MEER, beide boeken bij Zomer & Keuning. In het najaar verschijnt de 2de roman die ik als ghostwriter schreef voor de overleden schrijfster Henny Thijssing-Boer, NIESKE. Dat wordt tevens haar 100ste roman. Bij Ellessy komt DRIJFZAND uit, mijn 25ste roman. En als laatste dit jaar VERBLIND, eveneens bij Zomer & Keuning.
Vindt u dat je een opleiding nodig hebt om schrijver te worden?
Niet per se. Je leert er vast een hoop van, maar het gaat toch vooral om veel lezen van goede auteurs. Ontdek je eigen stijl, experimenteer daarmee en blijf dicht bij jezelf, dat werkt nog het beste.
Kunt u rondkomen van het schrijven alleen?
Ja, dat kan ik. Naast de romans schrijf ik ook nog tijdschriftromans voor Marken, de Favorietreeks. Dat levert een maandelijkse inkomstenbron op, al kost het wel de nodige discipline om daaraan te voldoen. Het is echt werk.
Wat zijn uw hobby’s?
Lezen, schrijven, puzzelen, wandelen, fietsen, motorrijden.
Wat doet u over 10 jaar?
Schrijven. Mijn fantasie is nog lang niet uitgeput. Ik wil doorgaan tot het echt niet meer gaat en er alleen nog maar onzin uit mijn pen/laptop komt. Al hoop ik wel dat ik dat zelf bijtijds inzie.
Heeft u een relatie/bent u getrouwd?
Ik ben al 29 jaar samen met mijn partner en sinds 22 jaar met hem getrouwd.
Bent u (bij)gelovig?
Niet echt. Niet bij- en niet gelovig.
U gaat nooit de deur uit zonder……?
Mijn telefoon. Handig om bereikbaar te zijn, dingen in te noteren die me onderweg invallen, maar ook om onverwachte mooie momenten vast te kunnen leggen met de camera.
Heeft u tips voor aankomende schrijvers?
Lees veel van andere auteurs en blijf vooral dicht bij jezelf tijdens het schrijven. Ontwikkel je eigen stijl en probeer niet die van een ander na te doen, dat is de grootste valkuil die je voor jezelf kunt graven.
Wilde u altijd al schrijver worden?
Dat heeft er wel altijd in gezeten. Vanaf dat ik kon lezen, vertelde ik mezelf graag verhaaltjes, verzonnen verhalen, of verder borduren op een boek dat ik gelezen had. Nog wat later schreef ik ze op, hoewel niemand ze mocht lezen. Verder dan opstellen voor school en een enkel stukje in de schoolkrant, kwam het publiceren van die verhalen destijds niet.
Hoe bent u ontdekt als schrijver?
Pas na 8 jaar (2008) ben ik echt ontdekt. In het begin ontving ik vooral veel afwijzingen tot Gopher wel iets zag in een kinderboek dat ik naar hen had gestuurd, al moest ik wel betalen om tot uitgave te komen. Voor het derde kinderboek besloot ik zelf een uitgeverij te beginnen: Boekenbent. Als ik dan toch moest betalen, kon ik het net zo goed zelf doen. Die uitgeverij heb ik 6 jaar lang met veel plezier en succes gerund tot ik besloot me alleen nog op het schrijven te richten. Het eerstvolgende manuscript dat ik naar Kok stuurde, werd iets te brutaal bevonden, of ik nog meer had liggen, kwam de vraag terug. Dat had ik inderdaad, en de eerste uitgave bij een reguliere uitgever werd NOOIT MEER ALLEEN. Dat was mijn ontdekking als romanschrijver.
Hoe ziet uw werkdag eruit?
Eigenlijk net als voor iedereen die een baan heeft. Opstaan om zeven uur, ontbijten, daarna wat huishoudelijke karweitjes doen. Ik begin meestal tussen halfnegen en negen uur met schrijven en alles wat daarmee te maken heeft. Dan werk ik door tot een uur of halfeen. Na de lunch doe ik de noodzakelijke boodschappen. Meestal ga ik rond een uur of vier weer verder met schrijven tot het tijd wordt om het eten te maken. Na de afwas schrijf ik door tot acht uur, daarna gaat de laptop dicht, om op de momenten dat ik ’s nachts wakker lig verder te denken aan het verhaal waar ik op dat moment mee bezig ben.
Zijn er punten die u minder leuk vindt in dit werk?
Minder leuke punten… Eigenlijk niet. Omdat ik 1 keer per maand een korte tijdschriftroman wil afleveren, moet ik tussen het schrijven van de grote romans steeds een week aan iets anders werken. Dan vind ik het weleens jammer dat ik uit het verhaal moet stappen, al is die pauze ook wel handig om even afstand te kunnen nemen en weer met een verse blik te kijken naar hetgeen ik al geschreven heb.
Heeft u vaste schrijfrituelen?
Absoluut. Ik lees eerst een stuk terug voordat ik verderga met het verhaal. Ik moet eerst de mail en Facebook af hebben gewerkt voordat ik begin. En als ik echt diep in het verhaal wil duiken, zet ik een koptelefoon op met muziek van Andrea Bocelli, Enya en soortgelijke muziek. Voordat ik echt begin met schrijven, pak ik een kop thee en een koek, voor tijdens het inlezen.
Welke opleiding(en) heeft u gevolgd?
Mavo 4. Verder heb ik een typediploma die zeer goed van pas komt omdat ik blind leerde typen. Later, toen ik al boeken schreef, heb ik nog een schriftelijke cursus Korte verhalen en romans schrijven gevolgd om meer te leren over de instinkers in verhalen, wat je vooral niet moet doen.
Hoe heeft u uw studententijd ervaren?
Ik heb niet gestudeerd, maar ben gelijk gaan werken na het behalen van mijn mavo diploma.
Wat wilde u vroeger worden?
Dierenartsassistente of stewardess. Schrijver worden zag ik op dat moment niet echt als een beroep, dat was meer iets om ernaast te doen. Uiteindelijk ben ik administratief medewerkster geworden en begon ik pas weer met schrijven nadat onze jongste dochter naar school ging.
Wie zijn uw favoriete schrijvers?
Begonnen met de serie van Arendsoog van Jan Nowee, Pinkeltje-boeken van Dick Laan, Konsalik, Virginia Andrews, Stephen King. Daarna ben ik zo’n beetje van alles en nog wat gaan lezen. Echte favorieten heb ik niet meer, wel probeer ik zo veel mogelijk Nederlandse auteurs te lezen. We hebben heel wat talent in ons eigen landje.
Waar haalt u inspiratie vandaan voor uw boeken?
Overal en nergens. Het kan een stukje van een droom zijn die is blijven hangen, iets wat ik heb gezien op tv. Gelezen in de krant of gehoord op straat. Ik schrijf vooral over onderwerpen die mij aanspreken en die mijn verontwaardiging of interesse hebben gewekt.
Wat kunnen lezers van uw boeken leren?
Geen idee, ik schrijf niet bewust met een belerend vingertje, maar vooral om er plezier aan te beleven. Misschien: doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg? Leven en laten leven?
Richt u zich specifiek op een doelgroep tijdens het schrijven?
Nee hoor, helemaal niet. Mijn doelgroep ligt tussen de 16 en 99 jaar, man of vrouw.
Waar kwam de inspiratie voor Meesterwerk vandaan en hoe reageerden de lezers op dit boek?
Bij ons in de buurt ligt nog een oud landgoed dan al eerder model mocht staan in een vorige roman, KASTEEL TE KOOP. Ook Kunst en Kitsch vind ik altijd leuk om te kijken, de ontdekkingen van oude meesterwerken en prullaria die opeens heel veel waard blijkt te zijn. Die twee heb ik gecombineerd en daar een moderne twist aan gegeven door een jonge studente op te laten komen voor haar erfgoed.
Schuld is onlangs verschenen. Staan er nog meer boeken op de planning? Zo ja welke?
Zeker, er komen nu nog 5 boeken uit. CHINAGIRL komt in april uit. Verder verschijnt deze zomer NOOIT MEER, beide boeken bij Zomer & Keuning. In het najaar verschijnt de 2de roman die ik als ghostwriter schreef voor de overleden schrijfster Henny Thijssing-Boer, NIESKE. Dat wordt tevens haar 100ste roman. Bij Ellessy komt DRIJFZAND uit, mijn 25ste roman. En als laatste dit jaar VERBLIND, eveneens bij Zomer & Keuning.
Vindt u dat je een opleiding nodig hebt om schrijver te worden?
Niet per se. Je leert er vast een hoop van, maar het gaat toch vooral om veel lezen van goede auteurs. Ontdek je eigen stijl, experimenteer daarmee en blijf dicht bij jezelf, dat werkt nog het beste.
Kunt u rondkomen van het schrijven alleen?
Ja, dat kan ik. Naast de romans schrijf ik ook nog tijdschriftromans voor Marken, de Favorietreeks. Dat levert een maandelijkse inkomstenbron op, al kost het wel de nodige discipline om daaraan te voldoen. Het is echt werk.
Wat zijn uw hobby’s?
Lezen, schrijven, puzzelen, wandelen, fietsen, motorrijden.
Wat doet u over 10 jaar?
Schrijven. Mijn fantasie is nog lang niet uitgeput. Ik wil doorgaan tot het echt niet meer gaat en er alleen nog maar onzin uit mijn pen/laptop komt. Al hoop ik wel dat ik dat zelf bijtijds inzie.
Heeft u een relatie/bent u getrouwd?
Ik ben al 29 jaar samen met mijn partner en sinds 22 jaar met hem getrouwd.
Bent u (bij)gelovig?
Niet echt. Niet bij- en niet gelovig.
U gaat nooit de deur uit zonder……?
Mijn telefoon. Handig om bereikbaar te zijn, dingen in te noteren die me onderweg invallen, maar ook om onverwachte mooie momenten vast te kunnen leggen met de camera.
Heeft u tips voor aankomende schrijvers?
Lees veel van andere auteurs en blijf vooral dicht bij jezelf tijdens het schrijven. Ontwikkel je eigen stijl en probeer niet die van een ander na te doen, dat is de grootste valkuil die je voor jezelf kunt graven.